* 19. 12. 1894 te Hamburg, dir. en comp., studeerde a. h. Klindworth-Scharwenka Konserv. te Berlijn, en later nog comp. bij Max Loewengard.
Werd 1918 dir. en comp. aan de Hamburger Kammerspiele en daarna opera-dirigent te Keulen en Mainz. Werken: muziek bij Lanzelot und Sanderein (1918), een cantate voor soli, mannenkoor, orkest en orgel, vier Maria-liederen v. zang met acht soloinstrumenten, Concertino v. solo-viool met fluit, clarinet en hoorn: (bekroond 1925), een pianosonate, orkestwerken, liederen, enz.