Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Nicolaus kraft

betekenis & definitie

* 14. 12. 1778 te Esterhazy, ✝ 18. 5. 1853 te Stuttgart, cellist, zoon en leerling van bovengen., 1796 kamermusicus van prins Lobkowitz, 1801 leerling van Duport, 1809 lid van het Weensche hoforkest, 1814 van dat te Stuttgart. Componeerde eveneens een aantal belangrijke werken voor zijn instrument, o.a. 5 concerten, 3 divertissementen voor twee celli, enz.

Zijn zoon Friedrich K. (* 12. 2. 1807) was eveneens cellist en vele jaren als zoodanig in het hoforkest te Stuttgart werkzaam.