Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Nicolaas adriaan janssen

betekenis & definitie

* 10. 1. 1808 te 's-Hertogenbosch, ✝ 24. 3. 1898 te’ Gennep, R.K. priester en toonkunstenaar, was organist te Leuven, zangleeraar a.h. seminarie te Mechelen. In 1851 organist aan de Spaansche kapel, daarna aan de Jezuïetenkerk te 's-Gravenhage.

Woonde later te Gennep. J. heeft zich op het gebied van den Gregoriaanschen zang groote verdiensten verworven. Zijn in 1845 uitgegeven werk Des vrais principes du chant grégorien baarde destijds veel opzien, lokte ook veel critiek uit. In 1846 verscheen een Duitsche vertaling. Voorts is van hem bekend De Gregoriaan, Handleerboek van den Gregoriaanschen zang (2e druk 1860). Als componist leverde hij een bundel vierstemmige gezangen, eenige missen en motetten die opgenomen zijn in het Répertoire de musique d’église van Schott te Brussel.