Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Nicola antonio porpora

betekenis & definitie

(Portret: Plaat 3), * 19. 8. 1686 te Napels, + Febr. 1766 aldaar, beroemd zangleeraar. Een onrustige geest, die na aan het Cons. di S.

Loreto opgeleid te zijn een avontuurlijk bestaan heeft geleid: 1708 kapelmeester van den Portugeeschen gezant te Napels, 1719 zangleeraar aan het Cons. di S. Onofrio, 1725 idem aan het Cons. della Piëta en na kort verblijf te Weenen aan het Cons. degli Incurabili te Venetië. In 1728 is hij weer te Weenen, vervolgens te Dresden. Van 1733 tot 1736 toeft hij te Londen; in 1744 zien we hem directeur der Ospedalletto te Venetië, 1745 weer te Weenen, 1747 weer naar Dresden, waar hij 1748— 1752 het ambt van hofkapelmeester vervult. In 1755 keert hij naar Napels terug en 1760 wordt hij directeur van het Cons. di S. Onofrio. Als zangleeraar heeft Porpora wereldvermaardheid verworven. Van zijn leerlingen noemen we slechts Farinelli, Caffarelli en Porporino. Maar als componist van meer dan 50 opera's, 6 oratoria, solocantates, kamermuziek, enz. heeft hij zich geen blijvenden naam kunnen verzekeren. Zijn beste werk is te zoeken in zijn solocantates, waarvan er 12 in 1735 te Londen verschenen en welke hij vermoedelijk ten dienste zijner leerlingen schreef. Zijn kamermuziekwerken zijn brillant en virtuoos geschreven, o.a. 6 Sintonie da camera voor 2 V en B.c en 12 vioolsonates met B.c; ook eenige pianostukken van P. zijn bekend.