(it.) eig. „Klein boek", het tekstboek van een gezangwerk, vooral van de opera. De dichter van een L. heet librettist. De eischen, aan een goed L. (vooral voor de opera) gesteld, zijn steeds gewisseld, al naar mate meer de muziek of meer het dichterlijke onderwerp op den voorgrond trad.
Men leze hierover na wat belangrijke opera-componisten (ook in briefwisseling) geschreven hebben. De L.'s zijn voor de geschiedkundige bestudeering van de oudere opera's van het grootste belang. (Zie H. Pfitzner, Vom musikalischen Drama; E. I s ✝ e 1, Das Libretto).