* 2. 2. 1850 te St. Justina (Tirol), ✝ 2. 8. 1924 te Brixen, begon als koorknaap, werd 1874 tot priester gewijd, studeerde aan de school voor kerkmuziek te Regensburg, werd later kapelaan te Rome, 1882—1885 domkapelmeester te Regensburg, ten slotte muziekdirecteur der kathedraal te Brixen.
Was als componist man van de strenge oude school, heeft veel gedaan om Palestrina's kunst te verbreiden en heeft ook diens Missa papae Marcelli vierstemmig bewerkt. Zelf componeerde hij meer dan 200 werken, waarbij 45 missen en andere kerkelijke muziekwerken, zooals: Requiems, Offertoriën, Tedeums, Lamentationes, enz. Hij schreef ook wereldlijke liederen en een Praktischer Leitfaden f. d. Unterricht im römischen Choralgesang (18%), een Praktische Chorsingschule (4de druk 1908), Die wichtigsten kirchlichen Vorschriften t. Kirchenmusik (4e druk 1905) en een Vademecum f. Harmoniumspieler.
