Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

George johannes hermanus beijerle

betekenis & definitie

* 19. 6. 1856 te Londen, uit Nederlandsch ouders, componist en paedagoog, leeraar in den zang aan de Gem. kweekschool voor onderwijzers te Amsterdam, componist van de opera's Ada van Holland en Don Quixote, mannen- en vrouwenkoren (o.a. het mannenkoor Druïdenzang, in 1902 bekroond), gemengde koren en kinderkoren, liederen, cantates, pianowerken, enz.

< >