Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Dirigent

betekenis & definitie

Fr.: Chef d'orchestre of Chef; Eng.: conductor, leader (van een klein orkest of kapel); Ital.: Direttore; Duitsch: Dirigent. De leider van een instrumentaal en (of) vocaal ensemble.

Behalve de eigenschappen welke noodig zijn voor het duidelijk maken zijner bedoelingen (zie onder dirigeeren) behoort de dirigent ook algemeen muzikaal en psychisch, ja zelfs moreel overwicht te hebben op zijn uitvoerders. Hij moet volkomen vertrouwd zijn met de eischen der instrumentale en vocale techniek, fouten in deze techniek kunnen aangeven en verbeteren. Hij dient door juiste fraseering en nuanceering het evenwicht tusschen melodie en begeleidende stem te kunnen vaststellen en aanwijzingen van den componist te kunnen aanvullen of waar deze ontbreken (oude meesters) ze te kunnen aanbrengen. Hoever hij mag gaan in dit opzicht is een kwestie van persoonlijk inzicht en smaak, piëteit, stijlgevoel, heerschenden smaak, etc. Al deze overwegingen dienen echter gewicht in de schaal te leggen. De dirigent kan een zekere koelbloedigheid, handigheid om in moeilijke gevallen den juisten maatregel te treffen, niet ontberen. In geen kunst immers komt het zoozeer aan op fracties van seconden als in de muziek. Hij dient op alle eventualiteiten te zijn voorbereid (vooral bij medewerking van hem onbekende instrumentalisten of vocalisten). Als regel rust op den dirigent ook de taak om het uit te voeren werk in te studeeren. Aan groote opera-instellingen geschieden de voorbereidende repetities niet door de dirigenten zelf.Zie ook Koordirigent en Schünemann: Geschichte des Dirigierens (o.a. het laatste hoofdstuk, Ausblick).

< >