Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Combinatietoon

betekenis & definitie

Reeds Tartini vond in 1754, dat bij het ten gehoore brengen van twee tonen, een derde toon (combinatietoon) medeklonk. Het trillingsgetal van dezen toon wordt gevonden door de trillingsgetallen der beide andere tonen van elkander af te trekken.

Heeft een der beide tonen bijv. a trillingen, de andere (de bovenkwint) 3 2 a trillingen, dan heeft de combinatietoon 3/2 a-a = 1/2 a trillingen; deze toon is dus het onder-octaaf van den eerstgenoemden. Von Helmholtz ontdekte in 1857, dat behalve deze ook nog een andere (zwakkere) combinatietoon medeklinkt, waarvan het trillingsgetal juist door optelling der beide andere getallen wordt verkregen. De combinatietonen volgens Tartini heeten „differentietonen”; volgens Von Helmholtz „summatiatonen". Over het ontstaan der combinatietonen is men het niet eens. Sommigen vergelijken ze met de zoogenaamde „zwevingen", welke aan kracht en intensiteit hebben gewonnen; anderen beweren dat zij ontstaan in het trommelvlies en het middenoor. Men consulteere de speciale werken op het gebied der acoustiek, o.a. v. Helmholtz: die Lehre von den Tonempfindungen, A. Jonquière: Grundriss der musikalischen Akustik, J. Peters, Die Grund. lagen der Musik (1927, Teubner) en het beknopte werkje van R. Imhofer: Grundriss der musikalischen Akustik. Zie ook onder natuurtonen, trillingsgetallen en stemming.

< >