(Portret: plaat 74), * 1. 9. 1868 te Deurne, studeerde vier jaren aan het Amsterdamsche Conservatorium, onder leiding van Joh. Messchaert.
Na voltooiing harer studiën was zij zelve als hoofdleerares in den zang aan dit conservatorium verbonden, welken werkkring zij echter wegens de gestadig vermeerderde concertreizen moest opgeven. Mevrouw Noordewier concerteerde in de meeste groote steden van het buitenland, waar zij overal door haar prachtige stem en gevoelvolle voordracht wist te boeien en den naam, dien zij hier te lande als eerste concertzangeres heeft, mist te bevestigen. Jaarlijks verleende zij hare medewerking op vele der voornaamste concerten: hare duet- en liederavonden, vroeger met mevrouw de Haan-Manifarges en wijlen Anton Verhey, later met verschillende organisten en wijlen haren zoon, M. Noordewier Jr., fluitist, verschaften een steeds wederkeerend hoog kunstgenot.
