(Antwerpen 1868-aldaar 1952). Belgisch componist, studeerde bij Benoit en J.Blockx.
Werd in 1901 leraar contrapunt en fuga aan het conservatorium te Antwerpen (1924-1933 directeur). Tevens leraar aan het Lemmensinstituut te Mechelen. Werd in 1903 ook artistiek directeur van de Maatschappij der Nieuwe Concerten. Propageerde de Duitse romantische muziek. Schreef o.m. verfijnde liederen (op teksten van o.a. Gezelle, Rodenbach).
In zijn grotere symfonische werken (o.m. Homerische Symphonie, 1896-1898, symfonische gedichten) is invloed van Wagner en Schumann merkbaar. Componeerde voorts de opera Kinderen der zee (1901-1915), koor- en kamermuziek.