Muziekencyclopedie

S. van Ameringen (1962)

Gepubliceerd op 21-04-2020

Mendelssohn-Bartholdy, Felix

betekenis & definitie

(Hamburg 1809-Leipzig 1847), Duits componist, dirigent, pianist, organist, zoon van de bekende bankier Abraham Mendelssohn. De familie vestigde zich ca 1812 te Berlijn en werd luthers.

Opmerkelijk is zijn zeldzame vroegrijpheid, meesterschap en veelzijdigheid, bevorderd door voortreffelijke leermeesters. Op 17-jarige leeftijd componeerde hij de sublieme ouverture Ein Sommernachtstraum. Als 20-jarige bracht hij Bachs Matthaus Passion tot uitvoering (1829), de eerste na Bachs dood. Daarna maakte hij reizen (1831-1832) naar Italië, Parijs, Londen, dc Hebriden. In 1833 werd hij stedelijk muziekdirecteur te Düsseldorf, vervolgens dirigent van de Gewandhaus-concerten te Leipzig, die door hem tot Europese vermaardheid werden gebracht, evenals het door hem met Schumann in 1842 opgerichte conservatorium aldaar. De overmatige inspanning ondermijnde echter zijn gezondheid; de dood van zijn zuster Fanny verhaastte zijn heengaan.

Tegenover oververfijndheid en sentimentaliteit beschikte Mendelssohn over een buitengewone vormcultuur, een meesterlijke beheersing van alle genres, prachtige zin voor instrumentaal koloriet. Zijn scherzi vormen hoogtepunten in zijn werk. Van bijzondere schoonheid getuigen ook de ouverture Hebriden (1830), Italiaanse symfonie (1833), Vioolconcert in e (1844). Zijn werk omvat voorts oratoria (o.a. Paulus, 1836; Elias, 1846). 5 symfonieën (o.m. de opmerkelijke Ilde, ook Lobgesang genoemd), pianoconcerten, kamer-, piano-, koor-, toneel- en orgelmuziek en liederen.

< >