1. de naam van een noot (fa in de gesolmiseerde toonladder);
2. afkorting voor een ‘toonsoort: F voor F grote terts (één mol), f voor f kleine terts (4 mollen);
3. naam van een sleutel: de f-sleutel geeft de toon aan die een kwint beneden de centrale c is gelegen;
4. afkorting van het dynamische teken forte (sterk).