wierook - zelfstandig naamwoord
uitspraak: wie-rook
1. stof die een lekkere geur afgeeft als je hem aansteekt
♢ mevrouw Bekebrede brandde een wierookstokje
Zelfstandig naamwoord: wie-rook
de wierook
Gepubliceerd op 14-11-2017
wierook
betekenis & definitie