wenken - regelmatig werkwoord
uitspraak: wen-ken
1. met een gebaar vragen of iemand naar je toe komt
♢ de buurvrouw wenkte mij voor de koffie
Regelmatig werkwoord: wen-ken
ik wenk
jij/u wenkt
hij/zij wenkt
wij/zij/jullie wenken
ik/jij/u/hij/zij wenkte
wij/zij/jullie wenkten
hij heeft gewenkt
de/het/een gewenkte ....
wenkend, wenkende
Gepubliceerd op 14-11-2017
wenken
betekenis & definitie