waxen - regelmatig werkwoord
uitspraak: wak-sen
1. met was behandelen zodat het waterafstotend wordt
♢ mijn gewaxte regenjas is waterdicht
2. het haar verwijderen door er een waslaag af te trekken
♢ mijn zus moet elke week haar benen waxen
Regelmatig werkwoord: wak-sen
ik wax
jij/u waxt
hij/zij waxt
wij/zij/jullie waxen
ik/jij/u/hij/zij waxte
wij/zij/jullie waxten
hij heeft gewaxt
de/het/een gewaxte ....
Synoniemen
ontharen
Gepubliceerd op 14-11-2017
waxen
betekenis & definitie