vizier - zelfstandig naamwoord
uitspraak: vi-zier
1. onderdeel op loop van geweer waardoor je kijkt
♢ hij keek door het vizier terwijl hij richtte
1. hem in het vizier krijgen
[hem beginnen te zien]
2. in het vizier komen
[gezien worden]
Algemene uitdrukkingen:
1. hem met open vizier bestrijden
[openlijk]
Zelfstandig naamwoord: vi-zier
het vizier
de vizieren
het viziertje
Gepubliceerd op 14-11-2017
vizier
betekenis & definitie