trakteren - regelmatig werkwoord
uitspraak: trak-te-ren
1. iets lekkers aanbieden
♢ als je jarig bent, mag je op lolly's trakteren
1. ik trakteer
[ik betaal de rekening]
Regelmatig werkwoord: trak-te-ren
ik trakteer
jij/u trakteert
hij/zij trakteert
wij/zij/jullie trakteren
ik/jij/u/hij/zij trakteerde
wij/zij/jullie trakteerden
hij heeft getrakteerd
de/het/een getrakteerde ....
trakterend, trakterende
Gepubliceerd op 14-11-2017
trakteren
betekenis & definitie