tekortschieten - onregelmatig werkwoord
uitspraak: te-kort-schie-ten
1. niet het verwachte resultaat opleveren
♢ ik ben tekortgeschoten als teamleider
Onregelmatig werkwoord: te-kort-schie-ten
ik schiet tekort (... ik tekortschiet)
jij/u schiet tekort (... jij tekortschiet)
hij/zij schiet tekort (... hij tekortschiet)
wij/zij/jullie schieten tekort (... wij tekortschieten)
ik/jij/u/hij/zij schoot tekort (... ik tekortschoot)
wij/zij/jullie schoten tekort (... wij tekortschoten)
hij is tekortgeschoten
tekortschietend, tekortschietende
Synoniemen
falen, floppen, mislukken
Tegenstellingen
gelukken, lukken, slagen
Gepubliceerd op 14-11-2017
tekortschieten
betekenis & definitie