stevenen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ste-ve-nen
1. vastberaden en met grote stappen ergens op af gaan
♢ de ijverige verkoper stevende op de klant af
1. hij stevent recht op zijn doel af
[probeert zonder omwegen zijn doel te bereiken]
Regelmatig werkwoord: ste-ve-nen
ik steven
jij/u stevent
hij/zij stevent
wij/zij/jullie stevenen
ik/jij/u/hij/zij stevende
wij/zij/jullie stevenden
hij heeft gestevend
stevenend, stevenende
Gepubliceerd op 14-11-2017
stevenen
betekenis & definitie