spiegelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: spie-ge-len
1. licht en beelden weerkaatsen als een spiegel
♢ die etalageruit spiegelt de hele omgeving
1. zich aan iemand spiegelen
[een voorbeeld aan hem nemen]
Regelmatig werkwoord: spie-ge-len
ik spiegel
jij/u spiegelt
hij/zij spiegelt
wij/zij/jullie spiegelen
ik/jij/u/hij/zij spiegelde
wij/zij/jullie spiegelden
hij heeft gespiegeld
de/het/een gespiegelde ....
spiegelend, spiegelende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk