schema - zelfstandig naamwoord
uitspraak: sche-ma
1. tekening die op simpele manier aangeeft hoe iets werkt
♢ je snapt het pas als je het schema van dit apparaat bekeken hebt
2. overzicht van wat er gedaan moet worden
♢ ik heb een schema gemaakt van de werkzaamheden
1. we liggen op schema
[de planning klopt nog]
3. plan dat globaal aangeeft hoe iets moet
♢ aan dit schema kun je zien hoe die tekst in elkaar moet zitten
Zelfstandig naamwoord: sche-ma
het schema
de schema's
het schemaatje
Synoniemen
planning
Gepubliceerd op 14-11-2017
schema
betekenis & definitie