schaatsenrijder - zelfstandig naamwoord
uitspraak: schaat-sen-rij-der
1. iemand die schaatst
♢ een stoet van schaatsenrijders trok ons voorbij
Zelfstandig naamwoord: schaat-sen-rij-der
de schaatsenrijder
de schaatsenrijders
het schaatsenrijdertje
Synoniemen
schaatser
Gepubliceerd op 14-11-2017
schaatsenrijder
betekenis & definitie