schaamte - zelfstandig naamwoord
uitspraak: schaam-te
1. je opgelaten en schuldig voelen
♢ zij voelde schaamte over de manier waarop haar moeder praatte
1. van schaamte door de grond gaan
[je heel erg schamen]
2. valse schaamte
[schaamte over iets waar je niet schuldig aan bent]
3. plaatsvervangende schaamte
[schaamte voelen voor het gedrag van iemand anders]
Zelfstandig naamwoord: schaam-te
de schaamte
Gepubliceerd op 14-11-2017
schaamte
betekenis & definitie