ruisen - regelmatig werkwoord
uitspraak: rui-sen
1. een zacht, eentonig geluid maken
♢ de wind ruist zacht door de bomen
Regelmatig werkwoord: rui-sen
ik ruis
jij/u ruist
hij/zij ruist
wij/zij/jullie ruisen
ik/jij/u/hij/zij ruiste
wij/zij/jullie ruisten
hij heeft geruist
ruisend, ruisende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk