primus - zelfstandig naamwoord
uitspraak: pri-mus
1. wie of wat als nummer één komt
♢ deze jongen is de primus van zijn klas
2. kooktoestel op petroleum
♢ mijn oma maakte het draadjesvlees op een primus
Zelfstandig naamwoord: pri-mus
de primus
Synoniemen
eerste
Gepubliceerd op 14-11-2017
primus
betekenis & definitie