overstelpen - regelmatig werkwoord
uitspraak: o-ver-stel-pen
1. het in grote hoeveelheid geven
♢ in het ziekenhuis werd mevrouw Zijlstra overstelpt met kaarten
Regelmatig werkwoord: o-ver-stel-pen
ik overstelp
jij/u overstelpt
hij/zij overstelpt
wij/zij/jullie overstelpen
ik/jij/u/hij/zij overstelpte
wij/zij/jullie overstelpten
hij heeft overstelpt
de/het/een overstelpte ....
overstelpend, overstelpende
Gepubliceerd op 14-11-2017
overstelpen
betekenis & definitie