overnachten - regelmatig werkwoord
uitspraak: o-ver-nach-ten
1. er blijven slapen
♢ wij overnachten in een hotel
Regelmatig werkwoord: o-ver-nach-ten
ik overnacht
jij/u overnacht
hij/zij overnacht
wij/zij/jullie overnachten
ik/jij/u/hij/zij overnachtte
wij/zij/jullie overnachtten
hij heeft overnacht
Synoniemen
logeren
Gepubliceerd op 14-11-2017
overnachten
betekenis & definitie