overdekken - regelmatig werkwoord
uitspraak: o-ver-dek-ken
1. er iets overheen leggen
♢ de wasbak was overdekt met een handdoek
2. er een kap of dak over aanbrengen
♢ de schaatsbaan wordt overdekt
Regelmatig werkwoord: o-ver-dek-ken
ik overdek
jij/u overdekt
hij/zij overdekt
wij/zij/jullie overdekken
ik/jij/u/hij/zij overdekte
wij/zij/jullie overdekten
hij heeft overdekt
de/het/een overdekte ....
Synoniemen
afdekken, bedekken
Tegenstellingen
onthullen
Gepubliceerd op 14-11-2017
overdekken
betekenis & definitie