opfrissen - regelmatig werkwoord
uitspraak: op-fris-sen
1. weer fris maken
♢ waar kan ik me opfrissen?
Regelmatig werkwoord: op-fris-sen
ik fris op (... ik opfris)
jij/u frist op (... jij opfrist)
hij/zij frist op (... hij opfrist)
wij/zij/jullie frissen op (... wij opfrissen)
ik/jij/u/hij/zij friste op (... ik opfriste)
wij/zij/jullie fristen op (... wij opfristen)
hij heeft opgefrist
de/het/een opgefriste ....
Synoniemen
verfrissen
Gepubliceerd op 14-11-2017
opfrissen
betekenis & definitie