meerderen - regelmatig werkwoord
uitspraak: meer-de-ren
1. groter of breder maken
♢bij de mouwen moet je het aantal steken meerderen
Regelmatig werkwoord: meer-de-ren
ik meerder
jij/u meerdert
hij/zij meerdert
wij/zij/jullie meerderen
ik/jij/u/hij/zij meerderde
wij/zij/jullie meerderden
hij heeft gemeerderd
de/het/een gemeerderde ....
meerderend, meerderende
Tegenstellingen
minderen
Gepubliceerd op 31-10-2017
meerderen
betekenis & definitie