kopiëren - regelmatig werkwoord
uitspraak: ko-pi-e-ren
1. er een tweede exemplaar van maken
♢ wilt u deze brief kopiëren?
2. zo maken dat het op het voorbeeld lijkt
♢ het werk van die schilder is veel gekopieerd
3. het precies zo opschrijven als ergens anders
♢ deze regel is gekopieerd uit een gedicht van Herzberg
Regelmatig werkwoord: ko-pi-e-ren
ik kopieer
jij/u kopieert
hij/zij kopieert
wij/zij/jullie kopiëren
ik/jij/u/hij/zij kopieerde
wij/zij/jullie kopieerden
hij heeft gekopieerd
de/het/een gekopieerde ....
kopiërend, kopiërende
Synoniemen
afdrukken, namaken, overnemen, overschrijven, reproduceren, vervalsen
Gepubliceerd op 14-11-2017
kopiëren
betekenis & definitie