koers - zelfstandig naamwoord
1. de kant waar het heen gaat
♢ wat is de koers van dit schip?
1. uit de koers raken
[uit de goede richting raken]
2. de koers kwijt zijn
[niet langer de goede kant op gaan]
3. een andere koers gaan varen
[het op een heel andere manier proberen]
2. snelheidswedstrijd
♢ in de koers op Duindicht eindigde Speedy Gonzalez als eerste.
3. waarde van geld
♢ wat is de koers van de gulden?
4. waarde van aandelen op de beurs
♢ wat is de koers van de aandelen Philips?
Zelfstandig naamwoord: koers
de koers
de koersen
het koersje
Gepubliceerd op 14-11-2017
koers
betekenis & definitie