kalender - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ka-len-der
1. lijst waarop je de dagen, weken en maanden van het jaar kunt zien
♢ ik zag op de kalender dat het al februari was
Zelfstandig naamwoord: ka-len-der
de kalender
de kalenders
het kalendertje
Gepubliceerd op 14-11-2017
kalender
betekenis & definitie