interval - zelfstandig naamwoord
uitspraak: in-ter-val
1. tijd tussen de ene en de andere gebeurtenis in
♢ je kunt met dit toestel foto's maken met een interval van 10 seconden
1. ruitenwisser met interval
[die werkt met kortere of langere tussenpozen]
2. afstand tussen twee tonen van de toonladder
♢ bij een terts bestaat de interval uit drie tonen
Zelfstandig naamwoord: in-ter-val
de interval
de intervallen
Synoniemen
tussentijd
Gepubliceerd op 14-11-2017
interval
betekenis & definitie