hoogwater - zelfstandig naamwoord
uitspraak: hoog-wa-ter
1. het moment dat de zee op zijn hoogst is
♢ bij hoogwater is het strand op deze plek helemaal verdwenen
2. een hoge waterstand
♢ bij hoogwater worden de oevers van de Waal overstroomd
1. hij heeft hoogwater
[te korte broekspijpen]
2. hij heeft hoogwater
[gebrek aan geld]
3. hij heeft hoogwater
[moet nodig plassen]
4. hij heeft hoogwater
[gaat bijna huilen]
Zelfstandig naamwoord: hoog-wa-ter
het hoogwater
Tegenstellingen
laagwater
Gepubliceerd op 14-11-2017
hoogwater
betekenis & definitie