drom - zelfstandig naamwoord
1. groot aantal mensen bij elkaar
♢ er stonden drommen mensen voor de ingang
Zelfstandig naamwoord: drom
de drom
de drommen
Synoniemen
horde, massa, menigte, schare, volk
Tegenstellingen
enkeling
Gepubliceerd op 14-11-2017
drom
betekenis & definitie