coderen - regelmatig werkwoord
uitspraak: co-de-ren
1. omzetten in een code
♢ hij codeerde de boodschap in een geheimtaal
Regelmatig werkwoord: co-de-ren
ik codeer
jij/u codeert
hij/zij codeert
wij/zij/jullie coderen
ik/jij/u/hij/zij codeerde
wij/zij/jullie codeerden
hij heeft gecodeerd
de/het/een gecodeerde ....
coderend, coderende
Gepubliceerd op 14-11-2017
coderen
betekenis & definitie