cirkelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: cir-ke-len
1. in cirkels ronddraaien in de lucht
♢ er cirkelde een valk rond de toren
Regelmatig werkwoord: cir-ke-len
ik cirkel
jij/u cirkelt
hij/zij cirkelt
wij/zij/jullie cirkelen
ik/jij/u/hij/zij cirkelde
wij/zij/jullie cirkelden
hij heeft gecirkeld
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk