banket - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ban-ket
1. zoet gebak met amandelspijs erin
♢ met sinterklaas kreeg ik een letter van banket
2. feestelijke maaltijd voor hoge gasten
♢ ook de koningin was bij het banket aanwezig
Zelfstandig naamwoord: ban-ket
het banket
de banketten
het banketje
Gepubliceerd op 14-11-2017
banket
betekenis & definitie