bakker - zelfstandig naamwoord
uitspraak: bak-ker
1. wie voor zijn beroep brood en koekjes bakt
♢ komt dit brood van de warme bakker?
1. warme bakker
[hij bakt zelf brood]
Algemene uitdrukkingen:
1. het komt voor de bakker!
[het komt in orde]
Zelfstandig naamwoord: bak-ker
de bakker
de bakkers
het bakkertje
Gepubliceerd op 14-11-2017
bakker
betekenis & definitie