De synagoge (Levendaal 16) kwam in 1762 tot stand ter plaatse van een huissynagoge uit 1731. Bij het herstel na de buskruitramp van 1807 kreeg het gebouw een neoclassicistische inrichting, waartoe de gebogen vrouwengalerij en de Ark behoren.
De huidige rondboogvensters en de ingang met neoclassicistische omlijsting werden in 1857-'58 aangebracht naar plannen van J. van Lith. Boven de ingang bevindt zich een steen met Hebreeuwse tekst (Haggai 2:9) en de jaaraanduiding 1762-'63.
In het met een stucgewelf gedekte interieur zijn de biema (met kandelaars uit 1764), de banken en de kroonluchters afkomstig uit de synagoge aan de Wagenstraat in Den Haag aanwezig.