De R.K. St.-Jacobus de Meerderekerk (Kerkweg 53) is een monumentale driebeukige basilicale kerk met klaverbladvormig koor en een terzijde geplaatste achtzijdige toren met spits. Deze neoromaanse kerk werd in 1888-'90 gebouwd naar een op de abdijkerk van Rolduc en de O.L. Vrouwekerk te Maastricht geïnspireerd ontwerp van A.C. Bleijs. Dit is goed zichtbaar aan de gedeeltelijk hoger opgetrokken zijbeuken. De kerk is gerestaureerd in 1934-'35.
Het interieur is bekleed met mergelsteen en heeft een alternerende geleding met pijlers en zuilen. De brede middenbeuk wordt gedekt door een ziende kap, de zijbeuken door stenen kruisgewelven. Tot de inventaris behoren een doopvont (1860), een preekstoel en biechtstoelen (beide 1880), kruiswegstaties (1894-'95) en een Maria-altaar en een Jozefaltaar (beide 1910; beelden J.P. Maas). Het door L. Ypma gebouwde orgel (1880) is gewijzigd door de gebroeders Gradussen (1891). Verder heeft de kerk gebrandschilderde koorramen (1889, J. Oltshoorn) en aan de westzijde een groot wandmozaïek (1937; Jean Colette). Eveneens ontworpen door A.C. Bleijs is de forse pastorie (Kerkweg 51; 1888-'90).