De (Doopsgez.) Lokhorstkerk (Pieterskerkstraat 1) is een tweebeukige kerkzaal met dwarse voorbouw, gebouwd in 1638 als schuilkerk ter plaatse van het huis Lokhorst en vergroot in 1648. Onder de kerk ligt nog een vermoedelijk 14de-eeuwse kelderruimte.
Uit 1823 dateert de neoclassicistische voorbouw met fronton. De in 1859-'60 naar plannen van J.W.
Schaap ingrijpend verbouwde kerkzaal wordt gedekt door twee gepleisterde tongewelven. Daaronder zitten in het midden een reeks opengewerkte tudorbogen (met vierpasmotief) op gietijzeren kolommen (ijzergieterij A.
Sterkman & Zn.). Tot de inventaris behoren het door J.W.
Schaap ontworpen neogotisch kerkmeubilair met preekstoel en verder het door Johannes Mitterreither gebouwde orgel (1774), met een kast in late Lodewijk XV-stijl van Johannes Schadé (1807).