Monumenten in Nederland: Zuid-Holland

Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven en Ronald Rommes (2004)

Gepubliceerd op 02-01-2020

20ste-eeuwse huizen in 's-Gravenhage

betekenis & definitie

Een combinatie van neorenaissance-elementen met chaletstijl-vormen vertonen de huizen Wassenaarseweg 21-27 (1896; C.J. van der Zijden), voorzien van vakwerkgeveltoppen, Stephensonstraat 19-45 (1898-'99; J. Vos en A.C.

Meijer), met dakerkers en door korbeelstellen omlijste loggia's. Voor meestersmid E.

Beekman ontwierp J.W. Bosboom de door bebouwing ingesloten Villa Helena (Hooistraat 9; 1901-'02) in een combinatie van chaletstijl en jugendstil.

Chaletstijl-vormen zijn verder bepalend voor de huizen Beeklaan 458-498 en 425-429 (circa 1910). Het ontwerp van de huizen Willem de Zwijgerlaan 111-157 (circa 1915) is geïnspireerd door de cottagestijl.

Aannemer-architect J.P.J. Lorrie bouwde in 1896 voor zichzelf het pand Smidswater 26, deels in neogotische en deels in jugendstil-vormen.

Het jugendstilinterieur, met meubels van de firma Mutters en glas-in-lood van E.W.F. Kerling is behouden.F.J.G. Wirtz, directeur van Hotel des Indes, liet het herenhuis Jan van Nassaustraat 35 (1899) bouwen naar een opvallend ontwerp van J. Mutters jr. waarin pseudo-vakwerk en jugendstil-vormen zijn gecombineerd. In opdracht van E.A.F. Blokhuis maakte Mutters voor het herenhuis Jan van Nassaustraat 107 (1899-1901) een op de Belgische art nouveau geïnspireerd ontwerp met waaiervormige decoraties boven de vensters. De door J. Olthuis ontworpen herenhuizen Laan van Meerdervoort 213-237 (1900-'01) vormen een bijzonder jugendstil-ensemble met een grote afwisseling in vormen en toegepaste materialen. Binnen dit complex valt vooral nr. 215 op door zijn rijke art nouveau vormen. De plannen van Olthuis voor dit pand werden uitgevoerd door C. Zanen en P. Rinses. Het rijke beeldhouwwerk aan de in kunstzandsteen (fabriek Kranenburg) uitgevoerde gevel is van J.W. Symolt. Eveneens ontworpen door Olthuis zijn de hoge jugendstil-panden Laan van Meerdervoort 164-168 (1903), uitgevoerd in helrode verblendsteen met tegeltableaus van porseleinfabriek Rozenburg. Minder spectaculair, maar in kleurgebruik en afwisseling van vormen en decoraties duidelijk beïnvloed door de jugendstil zijn Laan van Meerdervoort 340-420 (circa 1905) en 315-403 (circa 1910), met name de nummers 337-347. Interessante jugendstil-ontwerpen van J.W. Bosboom zijn de voor zichzelf ontworpen woning annex kantoor Anna Paulownastraat 73-75 (1901) en het pand De Ruyterstraat 52a-e (1903), waar J.C. Altorf zijn beeldhouwersatelier had. Beide panden hebben zeer grote erkers en heel kenmerkend is de toepassing van felgekleurde verblendsteen. Een detaillering met verschillende kleuren steen is ook bepalend voor de woningen Cornelis de Wittlaan 59-81 (1902-'03; Z. Hoek), het dubbele herenhuis Johan van Oldenbarneveltlaan 74-76 (1903; H. van Noort), de fraaie herenhuizen Badhuisweg 226-232 (1909-'10), de licht gebogen gevel van het huis Valkenboslaan 52 (circa 1905) en verder voor de middenstandwoningen Galileistraat 155-191 (1905) en de portiekwoningen Frans Halsstraat 6-76 (1908).

In Nieuw Historiserende vormen kwamen in 1908 de herenhuizen Huize Mellard (Javastraat 2a) en Javastraat 2b tot stand, het eerste naar ontwerp van A. Broese van Groenou en W.C. Fletterman, het laatste voor meubelfabrikant K.G. Pander naar plannen van A.P. Smits en J. Fels.

In ‘Um 1800’-stijl ontwierp E.F. Ehnle zowel de naastgelegen en met natuursteen beklede villa Javastraat 2 (1908) als de natuurstenen gevels van de herenhuizen Lange Voorhout 14 en Herengracht 21 (beide circa 1910). Uit dezelfde tijd is de in neo-Lodewijk XVI-stijl uitgevoerde natuurstenen gevel van Denneweg 60-62a.

In expressionistische vormen verrezen onder meer de met gezwenkte daken uitgevoerde middenstandswoningen Laan van Meerdervoort 609-615 e.o. (circa 1920) en het subtiel gedetailleerde huis Badhuisweg 185-187 (circa 1925). Een zakelijk-expressionistische vormgeving hebben onder meer de huizen Mesdagstraat 14-36 (1925, F.L.J. Lourijsen), Gabriël Metsusstraat 2-84 (circa 1925) en Laan van Meerdervoort 829-869 (1927; J. van der Weele). Naar kenmerkende zakelijk-expressionistische ontwerpen van J.J. Brandes kwamen rond 1927 in de wijk Marlot de geschakelde huizen Zuidwerflaan 14-17, Van Hoeylaan 20-26 en 33-37, en de bebouwing aan het Zuidwerfplein tot stand. Van zijn hand zijn onder meer ook verschillende woningen in de reeks Benoordenhoutseweg 228-258 (1928) en de huizen Nieuwe Parklaan 48-56 (circa 1930).

Het karakteristieke woningbouwcomplex Kwartellaan e.o. (1927-'28), ontworpen door A.J. Kropholler in traditionalistische vormen, bestaat uit blokjes woningen met schild- en zadeldaken. In functionalistische vormen uitgevoerd zijn de huizen Johan van Oldenbarneveltlaan 98-114/121-123 en Doornstraat 64-68 (1919-'20; J. Duiker en B. Bijvoet), de herenhuizen Jozef Israëlslaan 61 en Mauvestraat 56 (1925; J. Wils en F.L.J.

Lourijsen) en de door W. Greve jr. ontworpen betonwoningen Mezenlaan 101-107, Laan van Poot 152-158 (1920-'21) en Westduinweg/Scholstraat e.o. (1921).