Monumenten in Nederland: Zuid-Holland

Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven en Ronald Rommes (2004)

Gepubliceerd op 02-01-2020

19de-eeuwse huizen in 's-Gravenhage

betekenis & definitie

Vroeg-19de-eeuwse houten deuromlijstingen met empire-motieven zijn te zien bij de herenhuizen Prinsegracht 61, Gedempte Burgwal 34 en Lange Voorhout 22-24; het laatste heeft ook een doorrit in empire-vormen. In neoclassicistische stijl uitgevoerd is het in 1824 gebouwde herenhuis Assendelftstraat 49, dat tot 1966 diende als pastorie van de in 1972 gesloopte St.-Willibrorduskerk (1822).

Het zeer brede herenhuis Lange Voorhout 7 heeft een in oorsprong laat-15de-eeuwse kern en een in de 18de eeuw door de familie Bentinck toegevoegde mezzaninoverdieping. Bij een verbouwing in 1824 werd de gevel gepleisterd en voorzien van een neoclassicistische zandstenen ingangspartij met zijlichten.Voor zijn hovelingen liet koning Willem II in 1846-'47 aan weerszijden van de nieuwe koninklijke manége (later Willemskerk) de herenhuizen Nassaulaan 3-11 en 13-23 bouwen naar een ontwerp in Willem II-gotiek van G. Brouwer of J.G.W. Merkes van Gendt. Opvallend zijn de rechte wenkbrauwen boven de vensters en de overhoekse ‘steunberen’ bij de hoeken. Neogotische details (circa 1855) zijn zichtbaar bij de deur en de gietijzeren balustrade van het huis Tournooiveld 3. In verband met de aangrenzende Gevangenpoort maakte P.F.W Mouton een neogotisch ontwerp voor het in 1874 opgetrokken huis Plaats 33 met ronde traptoren (etalage begin 20ste eeuw).

De bebouwing langs de Koninginnegracht kwam in 1843 op gang met een grotendeels gepleisterde neoclassicistische huizenrij (nrs. 25-35) naar plannen van aannemer-architecten H. van Meel en A. van den Endt. De rest van de bebouwing volgde voornamelijk in eclectische vormen, waaronder als vroeg voorbeeld het hoekpand nr. 15 (1848-'49). De meeste herenhuizen aan deze gracht verrezen midden jaren zeventig, met als opvallende voorbeelden de nrs. 48-49, gebouwd voor P.J. de Sonnaville en A.H. Drijfhout van Hooff, nr. 56 met rondboogvensters en gekoppelde pilasters, en de nrs. 57-58 naar ontwerp van H.J. van den Brink. Latere rijke voorbeelden zijn de naar plannen van aannemer-architecten J. Steffens en M.F.

Wijnekers voor suikerhandelaar F.W.P. Clignet gebouwde nrs. 62-63 (1882) en het voor J.B. Maxwils gebouwde buurpand nr. 61 (1880), dat in 1882 een aangepaste gevel kreeg naar plannen van Steffens en Wijnekers. De gevels van de nrs. 65-67 (1882-'83) neigen al meer naar de neorenaissance.

Aan de noordzijde van de binnenstad en in de eerste uitbreidingen in noordelijke richting (Archipelbuurt) verrezen na 1860 veel herenhuizen in neoclassicistische en eclectische vormen. Voorbeelden zijn de deels of geheel gepleisterde eclectische huizen aan de Javastraat. De uit Nederlands-Indië gerepatrieerde suikermiljonair J.W. Arnold liet het zeer brede herenhuis Javastraat 26 (1862-'64) bouwen met een neoclassicistische hoofdopzet en eclectische detaillering. Bij een ingrijpende verbouwing in 1902 naar plannen van H.A. Reus voor W.R.A.C. graaf van Rechteren Limpurg heeft men de linker koetspoort verbouwd tot gewone ingang en de vertrekken ingericht in rijke neo-Lodewijk-stijlen; het trappenhuis is uitgevoerd in neorenaissance-stijl.

Na de aankoop in 1910 gebruikte de gemeente Den Haag de verbouwde balzaal als raadzaal (tot 1972). Het interieur is in 1978-'79 gerestaureerd.

De herenhuizen aan de Burg. Van Karnebeeklaan kwamen begin jaren zeventig van de 19de eeuw tot stand. Een neoclassicistische hoofdopzet met eclectische detaillering bezit het indrukwekkende pand nr. 6-10 (1872-'73), gebouwd voor G.H.G. Braam naar ontwerp van L.A. Brouwer. De brede gevel is voorzien van koetspoorten bij de zijrisalieten en een fronton met palmetversiering bij het middenrisaliet.

Verder liet G.H.G. Braam het naastgelegen herenhuis nr. 12 (circa 1872) bouwen. Duidelijker eclectisch van opzet zijn de nrs. 14 (1872; L.A. Brouwer), 17 en 19 (beide circa 1873; F.H. van Malsen). Naar een eclectisch ontwerp van J. Noordendorp liet jhr.

R. Leeuwenhart van den Bosch de villa Van Karnebeeklaan 1 (1870; balkon 1924) optrekken.

Beeldbepalend zijn de reeksen geschakelde herenhuizen aan de noordzijde van de oude binnenstad. De Mauritskade kreeg in de jaren zestig van de 19de eeuw een bebouwing met herenhuizen in eclectische stijl, voorzien van een hardstenen parterre, gepleisterde vensteromlijstingen en een gepleisterde mezzanino. Deze opzet kenmerkt zowel het blok Mauritskade 1-17 (met getoogde vensters), als het door J.J. Delia ontworpen blok Mauritskade 19-33 (vensters met afgeronde hoeken) en het blok Mauritskade 43-57 (gepleisterde parterre). Vergelijkbaar zijn onder meer de rond 1873 gebouwde herenhuizen Amaliastraat 1-15 en Amaliastraat 2-16 (J.J. Delia) en uit circa 1875 de huizen Parkstraat 24-36 en 105-109.

Een grotere variant tonen de door J.J. Delia ontworpen vierlaags herenhuizen Oranjestraat 4-10 (circa 1875) en Parkstraat 16-20 (circa 1877) met een lage derde verdieping in plaats van een mezzanino.

Bescheidener van opzet zijn Riouwstraat 200-214 (1891-'92; A. Lammers). De door de aannemer-architecten G. van Wijk en N. Spijker opgetrokken geschakelde huizen Van Speykstraat 26-32 (1881) hebben in het midden een groot gebogen fronton met daarin een borstbeeld van de in 1831 omgekomen nationale held Van Speyk temidden van vaandels en wapens. De rond 1881 aan de overzijde van de straat door de aannemer-architecten J.J. van Sonsbeek en P. de Zoete gebouwde huizen Van Speykstraat 7-31 hebben een gepleisterde parterre en ingangstravee met bescheiden eclectische decoraties. Tot de in uitbundiger eclectische vormen uitgevoerde herenhuizen behoren Scheveningseweg 8-12 (1868; B.

Kuhnel en J.D. Meiners), Laan Copes van Cattenburch 123-127 (1871-'72; J.H. van Sluijters), Zeestraat 76-78 (1878, M.L. Schroot), Anna Paulownaplein 3 (circa 1880), Bankaplein 4-5 (1883; J.F. van der Vliet) en ten slotte Paleisstraat 10 (1888; B.P. Schippers) met een ronde torenachtige ingangspartij in de binnenhoek. Het hoekpand Riouwstraat 216 (1890), gebouwd in opdracht van ingenieur J.A. Ceuben naar ontwerp van J.F. of W.C. Metzelaar, is een laat-neoclassicistisch voorbeeld met sterke neorenaissance-invloed.

Interessante voorbeelden van geheel gepleisterde herenhuizen in eclectische vormen zijn Zeestraat 64 (circa 1860), voorzien van een geleding met dubbele pilasters, Zeestraat 67-85 (circa 1860), Javastraat 1a-1c (circa 1865; J.J. Delia), Scheveningseweg 6 (1875), Stationsweg 135 (circa 1880), met rijk gedetailleerde cordonlijst en fries, en ten slotte Paleisstraat 2 (circa 1883), gebouwd naar plannen van de aannemer-architecten Van Lith en Van Dam (etalages en vensterroeden zijn later toegevoegd). Een rijke gepleisterde eclectische gevel (circa 1865) heeft het in de kern midden-17de-eeuwse onderkelderde huis Huis Luchtenburch (Prinsegracht 5).

Op enkele plaatsen zijn ensembles herenhuizen te vinden die de overgang van de eclectische vormen naar de neorenaissance illustreren. Zo staan aan het Nassauplein niet alleen karakteristieke eclectische herenhuizen, zoals de nrs. 12-16 (1879-'80 L.C.J. de Zwaan) en 29 (1881, J.J. van Dam; erker 1898), maar ook het herenhuis Nassauplein 33 (1883), dat al veel neorenaissance-elementen vertoont, en het in een Frans aandoende rijke neorenaissance-stijl uitgevoerde pand Nassauplein 31 (1887; J.P.F. van Wijk en W.J. Vuyk). Een interessant ensemble van eclectische en neorenaissance-herenhuizen is verder te vinden aan de brede Surinamestraat. Goede voorbeelden in eclectische vormen, veelal met grote erkers, zijn onder meer de nrs. 1-7 (1882; J.C. Pietersen) en 9-17 (1882-'83; Th.J.

Besseling), nr. 8 (circa 1885; C.J. van Roode) en de nrs. 27 en 31-37 (1889-'90; Th.J. Besseling). In rijke neorenaissance-stijl uitgevoerd zijn onder meer de door C.J. van Roode ontworpen nrs. 2-6 (1885), 22 (1886), 38-40 (1888) en wat eenvoudiger de nrs. 39-45 (1890-'91). Interessante neorenaissance-voorbeelden zijn verder de nrs. 28 (1884; H. Wesstra), 26 (circa 1887) en de door de trapgevel en grote achtzijdige hoekerker met spits enigszins neogotisch ogende neorenaissance-huizen Surinamestraat 42-44 (1880-'81), ontworpen door rijksbouwmeester C.H. Peters, die zelf op nr. 42 woonde.

Een fraai ensemble van neorenaissanceherenhuizen verrees rond 1895 aan het door de N.V. Haagsche Bouwgrond Maatschappij Duinoord ontwikkelde ovale Sweelinckplein. Naar een prijsvraag winnend ontwerp (1891) van N. Molenaar sr. kwamen in 1893 voor A. Abraas de op een hoek gebouwde herenhuizen Sweelinckplein 2-3 en Banstraat 27 (Huize Sri Wedari) tot stand, geaccentueerd door een erker en een traptoren met ingesnoerde spitsen. Zeer rijk uitgevoerd is ook de forse ‘Villa Duinoord’ (nr. 1; 1894, H.

Wesstra) met een torenvormige ingangspartij met helmdak en houten lantaarn. Een accent met rijke geveltoppen, erkers en torentjes kregen ook andere hoekpanden aan het plein, zoals Kon. Emmakade 170 en 171-172 (Z. Hoek) en Sweelinckplein 39-40. Goede voorbeelden in de gevelwanden zijn onder meer de nrs. 13-14 (1894; J. Steenbeek), 28-31 (1897; K.

Stoffels en W. Verschoor), 52-55 (1896; J. Olthuis), 71 (G. Brouwer jr.) en 83. Chaletstijl-elementen vertonen Sweelinckplein 84-85. Huizen in neorenaissance-stijl verrezen in groten getale in de eind-19de-eeuwse buitenwijken en bij de in die tijd uitgevoerde invullingen van oudere stadsdelen.

Uitbundige neorenaissance-vormen vertonen de onder- en bovenwoningen Malakkastraat 138-144 (1881). Opvallend zijn ook de herenhuizen Balistraat 97 (circa 1882), met zeer brede gepleisterde banden en opmerkelijke vensterbekroningen, en Bankastraat 100 (1883; H. Wesstra) met baksteendecoraties en een balkon op gietijzeren zuilen. Neorenaissance-ontwerpen met veel eclectische elementen maakte C.J. van Roode voor de herenhuizen Javastraat 82-86 (1887) en Lange Vijverberg 13 (1893-'94). De herenhuizen van het jongere gedeelte van de Koninginnegracht werden ook opgetrokken in neorenaissance-stijl, zoals de door H.W.A. Croiset van Uchelen ontworpen nrs. 94-95 (1888) en 93 (circa 1890), de door hem en E.F.

Ehnle ontworpen nrs. 97 en 98 (1892) en het door Ehnle ontworpen huis nr. 100. Uitbundiger neorenaissance-vormen vertonen de nrs. 101 (1893; J.J. van Nieukerken) en 102-106 (1894; P. Lammens). Interessante neorenaissance-voorbeelden langs de Groot Hertoginnelaan zijn de nrs. 1-13 (1893-'95; J.H. Eshuys) en 19-39 (1895-'97; J.H. Wouters) en verder 22-24, 30-32 en 38-40 (alle circa 1895).

Meer op Franse voorbeelden geïnspireerd zijn de nrs. 68-70 (circa 1895), waarvan nummer 68 een geveltop in chaletstijl heeft. Uit dezelfde tijd dateren ook de neorenaissance-huizen Regentesselaan 1-115/2-100, met als meest opvallende voorbeelden de nrs. 15-39 (1897; J. Vos en A.C. Meijer). Op basis van een ontwerp van genieingenieur R.J. van Mook (1882) kwamen in 1893-'96 de onderofficierswoningen Atjehstraat 33-123 tot stand (gewijzigd 1943 en 1979). Deze zogenaamde Commissiehuisjes vormen twee identieke, langgerekte blokken met elk drie risalieten.

De decoraties zijn uitgevoerd in gele baksteen en natuursteen (wapens Artillerie en Cavalerie). De in neorenaissance-vormen uitgevoerde huizen Laan Copes van Cattenburch 62-72 (circa 1892; G.J. Kurvers) vallen op door de sluitstenen met koppen boven de vensters, de door de bouwvereniging ‘Rusteloos Werkzaam’ gebouwde huizen Nassau Dillenburgstraat 27-45 (1899-1900) door de grote afwisseling in geveltoppen, en de huizen Nassau Ouwerkerkstraat 6-14 (1901-'03; H. Lammens) door de grote overdekte houten balkons. Late neorenaissancevormen hebben de door N. Molenaar met erkers, topgeveltjes en torenachtige elementen ontworpen huizen Statenlaan 1-7 en 11-33 (1902) in helrode verblendsteen.

Vergelijkbare ontwerpen van zijn hand zijn Statenlaan 4-10 (1901) en de voor de exploitatiemaatschappij Statenplein gebouwde herenhuizen Statenplein 4-13, Statenlaan 2-2b en Willem de Zwijgerlaan 1-5 (1902). De op de vroege Franse renaissance geïnspireerde neorenaissance-gevel met weelderige decoraties van Bezuidenhoutseweg 3 (1907) is een ontwerp van W.B. van Liefland.