Monumenten in Nederland: Zuid-Holland

Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven en Ronald Rommes (2004)

Gepubliceerd op 02-01-2020

19de-eeuwse huizen

betekenis & definitie

19de-eeuwse huizen in Delft. In de eerste helft van de 19de eeuw bouwde men weinig volledig nieuwe huizen.

Voorzien van dateringen zijn het met ingezwenkte lijstgevel uitgevoerde eenlaagspand Geerweg 62 (1824) en de huizen Molenstraat 1 (1824) en Brabantse Turfmarkt 95 (1831). In streng neoclassicistische stijl gebouwd in 1840-'41 is het brede drielaagse gepleisterde pand Oude Delft 15-21 met hoek- en middenrisalieten en een attiekborstwering. H. van Berckel, eigenaar van de distilleerderij ‘De Papagaai’, kocht in 1840 het aangrenzende huis en gaf P. Adams opdracht tot de bouw van een nieuw dubbelhuis met in het midden een doorrit naar de binnenplaats. Een doorlopende rij dakkapellen heeft het neoclassicistische eenlaags buitenhuis Kanaalweg 1, gebouwd in 1847 voor de vijlenfabrikant H. Hartogh Heys.

Voorbeelden van andere sobere neoclassicistische gevels zijn te vinden bij Oude Delft 56 en 68 (1850), Voorstraat 94 en Markt 74-76 (1867). Leerlooier H.H. Roes liet in 1870 het forse vrijstaande neoclassicistische herenhuis Oranje Plantage 79 bouwen. Mede door het gebruik van geprefabriceerde ornamenten kwamen vanaf 1860 woonhuizen met eclectische gevels tot stand.

Het in de kern kort na 1536 gebouwde huis Wijnhaven 12 kreeg in 1863 een dergelijke gevel met eclectische sluitstenen en gebogen vensteromlijstingen. Andere voorbeelden uit die tijd zijn Koornmarkt 20a en Verwersdijk 31-33. Aan de randen van de binnenstad werden vanaf 1875 in deze stijl enkele rijen herenhuizen met gepleisterde parterre gebouwd, zoals Phoenixstraat 52-56, Nieuwe Plantage 18-19, Spoorsingel 24-30, Koningsplein 31-35 en Oranje Plantage 42-44. De huizenrij Nieuwe Plantage 48-53 (1884, ontwerp W.F.K. Schaap) heeft zinken daken. Voorbeelden van eclectische herenhuizen uit circa 1880 zijn Nieuwe Plantage 15-16 en Van Leeuwenhoeksingel 9-10 en 28-31.

Forse eclectische herenhuizen zijn Van Leeuwenhoeksingel 40 (circa 1875) en Nieuwe Plantage 95 (1887). Opvallende topgevels op de hoeken hebben de onder- en bovenwoningen Coenderstraat 32-51 (1886, G. van der Kaaden).

In het laatste kwart van de 19de eeuw verrezen herenhuizen en villa's in neorenaissance-stijl, bijvoorbeeld Noordeinde 21 (1887) voor brander V. van Meerten en het hiermee vergelijkbare pand Noordeinde 20-22 (1893) voor koopman J.A. Smit. Een rijke neorenaissance-vormgeving heeft het forse herenhuis Oude Delft 137-139 (1892), ontworpen door G. van der Kaaden voor advocaat W.F. van der Mandele. Het smalle en rijzige herenhuis Oude Delft 77 (1898), met balkon en loggia, is een ontwerp van S. van Eck. Andere neorenaissance-voorbeelden zijn Oude Delft 32 (1884, H.H. Bruigom), Markt 41 (1887), Breestraat 5-5a (1905), Buitenwatersloot 165 (circa 1890), Spoorsingel 14 (circa 1890), Spoorsingel 78-79 (1895, J.R.

Vos), Spoorsingel 1-2 (1896) en Voorstraat 27-29 (1896, J.A. Tonnaer). Het laatstgenoemde pand vertoont ook neogotische details. Gebaseerd op internationale neorenaissance-voorbeelden is de strakke natuurstenen gevel van het Museum Lambert van Meerten (Oude Delft 199), dat in 1893 als woonhuis werd gebouwd in opdracht van de brander L.A. van Meerten naar een ontwerp van A. le Comte en J.L. Schouten. Na het faillissement van Van Meerten in 1902 kwam het huis in 1909 aan de Staat als museum van kunst en kunstnijverheid. Het neorenaissance-interieur bevat ook onderdelen van een in 1881 afgebroken huis aan de Koornmarkt uit 1537.

Voorbeelden van huizen in chaletstijl zijn Laan van Overvest 1-3 (circa 1890) en Heemskerkstraat 2 (circa 1900); een latere variant met imitatie-vakwerkgevels toont Hertog Govertkade 10-12 (circa 1910).