Monumenten in Nederland: Overijssel

R. Stenvert, C. Kolman en Ben Olde Meierink (1998)

Gepubliceerd op 02-01-2020

De (Herv.) Broederkerk in Kampen

betekenis & definitie

De (Herv.) Broederkerk (Broederstraat 16) is een langgerekte tweebeukige hallenkerk met vijfzijdig gesloten koren en daartussen een achtzijdig traptorentje. De minderbroeders waren in 1300 reeds in de stad gevestigd.

Vanaf het tweede kwart van de 14de eeuw bouwde men aan het schip, waarvan de twee beuken mogelijk in fasen zijn opgetrokken. In 1385 werd nog steeds aan de kerk gewerkt.

Van de koorpartij, die wellicht in het begin van de 15de eeuw werd voltooid, resteert nog muurwerk tussen de beide huidige koorbeuken. Na een brand in 1472 werd de kerk hersteld en kwam een nieuw tweebeukig koor met traptorentje tot stand.

Bij het noordkoor is deels gebruik gemaakt van bestaand muurwerk. Het buitenmuurwerk van de koorpartij toont hergebruik van oude baksteen in de onderste lagen.

Het werk was omstreeks 1490 voltooid. De kapconstructies van schip en koor dateren van de herbouw.

Na de overdracht van de kerk aan de protestanten in 1581 kwam er een scheidingsmuur tussen schip en koor en bij een verbouwing in 1820 werd een travee westelijker een tweede dwarsmuur opgetrokken. Omstreeks 1840 heeft men onder leiding van N.

Plomp de westgevel nieuw beklampt en de dakruiter op de zuidbeuk gerestaureerd. In de dakruiter hangt sinds 1994 een klok uit 1948, afkomstig uit de Paasbergkerk te Arnhem.

De kerk is gerestaureerd in 1967-'71, waarbij de in 1809 aangebrachte houten kerkramen zijn blijven zitten.Het interieur van de twee schipbeuken wordt overdekt door kruisribgewelven waarschijnlijk vernieuwd na de brand van 1472 die in het midden rusten op slanke zuilen met koolbladkapitelen. Negen verspreid in de kerk voorkomende figuratieve kapitelen zullen nog van vóór de brand dateren. Vanwege de aangrenzende gebouwen zijn de vensters aan de noordzijde van de kerk dichtgemetseld. Tot de omstreeks 1845 naar ontwerp van N. Plomp vernieuwde inrichting behoren de preekstoel, het doophek, het tochtportaal en een als een amfitheater lopend gesloten hekwerk met banken tegen de binnenwand. Het orgel bevat onderdelen uit omstreeks 1620, maar is verbouwd door Jan Morlet III (1656) en Frans Caspar Schnitger (1786-'91).

De orgelbalustrade dateert uit 1821-'22, evenals de toen door A. van Gruisen naar ontwerp van B. Feijnebuik gebouwde orgelkast, die J. Proper later nog heeft vergroot. De orgelbeelden zijn vervaardigd door G. Spijker (1882). In de kerkvloer zitten diverse grafzerken, waaronder een priesterzerk uit 1540 en een zerk uit 1630 met twee wapens.

Het noordkoor heeft kruisgewelven en een afsluitend straalgewelf, de gewelven van het zuidkoor zijn weggehaald en vervangen door een zoldering. De zogeheten Lemkerzaal (verdieping noordkoor) was oorspronkelijk vermoedelijk de librije van het klooster.

Van het voorm. Broederklooster zijn restanten bewaard gebleven in de ten noorden aan het kerkkoor grenzende panden, die momenteel in gebruik zijn bij de gemeente Kampen. Een laatgotische spitsboog geeft toegang tot een gang die onder de Lemkerzaal leidt naar het binnenterrein van het aangrenzende complex. In de gang bevindt zich een dichtgemetseld 14de-eeuws venster. De oostvleugel (Buiten Nieuwstraat 2) is door latere verbouwingen ingrijpend gewijzigd en heeft een lijstgevel uit de eerste helft van de 19de eeuw. Beter bewaard is het gebouw op de noordoosthoek (Buiten Nieuwstraat 4) met inwendig een kelder met stenen gewelven, zware balklagen met korbeelstellen en een hoge kapconstructie met gestapelde jukken.

Het wellicht oorspronkelijk 14de-eeuwse gebouw zal na de brand van 1472 zijn hersteld. De gevels kregen in de 19de eeuw een blokbepleistering. Bij de voorgevel geven een bordestrap en een zandstenen poortje toegang tot de bel-etage; ze werden gemaakt door Gerrit Lambertsz van Culenborch en dateren uit 1631. Bij het poortje herinneren de inscripties en de versieringen in de vorm van een zandloper en boeken aan het feit dat het pand na de reformatie in gebruik was als Latijnse school (tot 1847). De aangrenzende gebouwen langs Nieuwe Markt en Burgwal zijn in de plaats gekomen van de noord- en de westvleugel van het klooster. De Nieuwe Markt is in 1627-'29 aangelegd op de plek van de kloostertuin.