Monumenten in Nederland: Overijssel

R. Stenvert, C. Kolman en Ben Olde Meierink (1998)

Gepubliceerd op 02-01-2020

De (Herv.) Grote of Schildkerk in Rijssen

betekenis & definitie

De (Herv.) Grote of Schildkerk (Schild 8), oorspronkelijk gewijd aan de H. Dionysius, is een driebeukige hallenkerk met driezijdig gesloten noord- en middenbeuk en recht gesloten zuidbeuk.

Drie traveeën van de noordbeuk vormden oorspronkelijk de romaanse parochiekerk. De tufstenen noordgevel met rondboogfries, en waarschijnlijk ook enkele pijlers in de kerk, dateren nog uit de 12de eeuw.

In de tweede helft van de 15de eeuw heeft men het eenbeukige romaanse schip verhoogd voor het aanbrengen van hoge spitsboogvensters. Bovendien voegde men een tufstenen koor in laatgotische stijl toe.

In het begin van de 16de eeuw kwam de huidige middenbeuk tot stand, het onderste deel uitgevoerd in tufsteen en daarboven in baksteen met tufstenen speklagen. Nadat de romaanse westtoren door grote bouwvalligheid in 1826 was ingestort, heeft men die niet herbouwd.

De noord- en de middenbeuk werden naar het westen met een travee verlengd en kregen een neoclassicistische gevel met dorische pilasterstelling. Boven de ingang bevindt zich een klokkentorentje op een met leien beklede romp, voorzien van een trans, een vierkante bekroning met ionische orde en een ingesnoerde vierzijdige spits.

In 1924-'25 breidde men de kerk naar ontwerp van T.E. Kuipers uit met de huidige zuidbeuk, voorzien van drie steekkappen.

In aansluiting op de beide andere beuken werd het onderste deel van het muurwerk in tufsteen en het bovenste deel in baksteen uitgevoerd, onderling gescheiden door een strook met speklagen.

Aan de noordzijde voegde men een lage consistorie toe.

Het kerkinterieur wordt overdekt door stenen kruisribgewelven op kraagstenen met maskers. Tot de inventaris behoren onder meer een romaans zandstenen doopvont en een 18de-eeuws zandstenen grafmonument in Lodewijk XIV-stijl voor Frederica van Ittersum (†1729).

Verder zijn er een 18de-eeuwse herenbank, met 17de-eeuwse onderdelen, van de havezate Oosterhof en een midden-18de-eeuws gestoelte van de havezate Grimberg. De eikenhouten kansel dateert uit 1812 en werd vervaardigd door C.

Nijhof. Enkele bewaard gebleven fragmenten van een 19de-eeuws doophek zijn ook van zijn hand.

Van het orgel uit 1856 van de gebroeders Scheuer is het pijpwerk gespaard; in 1980-'81 is het gerestaureerd door de firma Flentrop. Verder zijn er diverse voorwerpen uit omstreeks 1925, zoals een overhuifde herenbank, de kerkenraadsbanken, het doophek en de ijzeren lichtkronen.

Ook de gebrandschilderde ramen dateren uit die tijd.