Monumenten in Nederland: Overijssel

R. Stenvert, C. Kolman en Ben Olde Meierink (1998)

Gepubliceerd op 02-01-2020

19de-eeuwse huizen in Deventer

betekenis & definitie

Het begin van de 19de eeuw gaf in Deventer niet veel bouwactiviteiten te zien. Pas vanaf 1830 werd er aan de randen van de binnenstad gebouwd.

Het pand op de hoek van Bokkingshang en Bergschild 32-40 kreeg in opdracht van M. Kloosterboer in 1834 een nieuwe, sober neoclassicistische gevel van drie verdiepingen met een kroonlijst voorzien van attiekvensters en slanke dorische consoles.

De uitbouw aan de Bokkingshang stamt uit 1873. Kort na de sloop van de Binnen Vispoort in 1838 verrees in opdracht van T.

Hissink het huis In de Gekroonde Allemansgading (Duimpoort 2-8). Het in 1980 gerestaureerde pand, in neoclassicistische vormen met rondboogelementen, is het mooiste voorbeeld van een voormalige bakkerij van Deventer Koek.

Bij de toegang tot de Noordenbergpoort ontstond in het midden van de 19de eeuw Graaf van Burenstraat 9. Omstreeks 1860 zal het brede woonhuis Bergschild 39 gebouwd zijn voor W.F.

Nering Bögel. De stadsboerderij Walstraat 60-62 werd in 1851 verbouwd.

Uit 1862 stamt het forse neoclassicistische pand Lange Bisschopstraat 17, naar ontwerp van B.

Looman.

Rijk eclectisch is de omstreeks 1860 gebouwde gevel Polstraat 82, waarin veel gietijzer-elementen verwerkt zijn. De deurpanelen verwijzen naar het militaire beroep van de toenmalige eigenaar.

Langs de IJssel verrees in die tijd een aantal villa's op de plaats van de middeleeuwse ommuring, waaronder in 1859 het forse hoekpand Zandpoort 15, gebouwd in 1859 naar plannen van J.A. Gerretsen voor rechter mr.

J.G. de Witt Hamer. Een voor die periode karakteristieke afgeronde hoek heeft Achter de Muren Duimpoort 52-56.

De Gebr. Van der Woerd, handelaren in bouwmaterialen, bouwden in 1860 De Engelenburg (Onder de Linden 7-8/Lindenstraat 13), een blok van drie witgepleisterde neoclassicistische panden.

Naar plannen van M. van Harte verrees in 1866 de Doopsgezinde pastorie Onder de Linden 3; mogelijk zijn ook Onder de Linden 2 (1866) en Onder de Linden 1 van zijn hand. De laatste werd in 1868 gebouwd voor burgemeester H.W.J. van Marle.

Als een vroeg voorbeeld van projectontwikkeling verzochten de Deventer aannemers de gebroeders A.G., G. en H.H.

Beltman in 1869 het gemeentebestuur om het oude bastion De Keizer te mogen slopen en te bebouwen.

Naar hun ontwerp verrezen in 1870-'72 langs de Keizerstraat, Pikeursbaan en Geert Grootestraat bijna dertig ruime, eclectisch vormgegeven herenhuizen, waarvan er een aantal werd uitgevoerd door onderaannemers als H. Wesstra, H.A.

Hoekman en W. Korteling.

In het plan was de bouw van een stationshotel (Keizerstraat 18-20) inbegrepen. Ook elders ontstonden woonhuizen in neoclassicistische vormen, zoals Keizerstraat 2 (1875) en Brink 86-87 (omstreeks 1880).

Ook bouwde men in eclectische vormen, zoals bij Bergschild 31 en Bergschild 35-37, beide uit 1874 naar plannen van H. van Harte, Welle 32-34 (1881) en Singelstraat 31 (1881). Naar plannen van W.C.

Metzelaar werd in 1880 voor de bankier J. Vermeer het herenhuis Grote Kerkhof 9 gebouwd, met een neorenaissance-trapgevel.

De passende gevelsteen ‘Deus Auxit’ (God vermeerdert) slaat ook op de aanbouw uit 1895 naar plannen van G. te Riele.

Aan het pand Achter de Muren Duimpoort 53 verrees in 1889 een bijbehorend koetshuis.

Met de uitgifte van de eerste bouwblokken op de geslechte vestinggronden ontstonden daar grote villa's, zoals Keizerstraat 37 (1881) in neorenaissance-stijl door G. te Riele voor H.B. Fischer, en de neoclassicistische huizen Singel 12 (1881) en Keizerstraat 39 (1882) naar plannen van W.C.

Metzelaar. De meer eclectische villa's Singel 23 en Singel 22 uit 1881 verrezen in opdracht van de ijzerhandelaar A.F. van Zwet, die voor zichzelf door H. van Harte Singel 21 (1882) liet ontwerpen.

Van Zwet was ook opdrachtgever van de burgermanswoningen Plantsoenstraat 2-12 (1882) en Singelstraat 13-29 (1886).Een belangrijke rol speelde de Deventer aannemer-architect W.J. Kolkert, die een aantal bouwblokken in het noordwestelijke deel van de binnenstad bebouwde met burgermanswoningen in een voornamelijk eclectische stijl. Daaronder waren Singel 1-3 (1884), T.G. Gibsonstraat (1884-'87), Boedekerstraat 14-30 (1885), Graaf van Burenstraat 22-38 (1894) en Noordenbergsingel 1-3, 9-14 (1889). De neorenaissance-huizen Noordenbergsingel 4-8 (1891) en Graaf van Burenstraat 40-46 (1891) zijn van de hand van G. te Riele. Daarnaast bouwde Kolkert ook rijkere villa's, zoals Boedekerstraat 9 (1889) voor burgemeester W.H.F. baron van Heemstra.

Van zijn hand zijn ook Van Twickelostraat 1-11, drie blokken van twee-onder-één-kap-villa's in neorenaissanceof chaletstijl uit 1892. Ook langs de IJssel en de Singel verrezen nog villa's; Singel 16-17 in chaletstijl naar plannen van M.K. Smit voor de directeur van de Deventer tapijtfabriek H.G. Kronenberg, Singel 14 (1886) en in dezelfde stijl het dubbele herenhuis Singel 10-11 (1887). Neoclassicistisch zijn Singel 18-20 (1885) door G. te Riele en Singel 15 (1886) door J. ten Zijthoff. Onder de Linden 4-5 (1887), Onder de Linden 6 (1888) en Graaf van Burenstraat 48 (1894) werden ontworpen door A.

Feberwee. Een meer eigen stijl hebben Van Twickelostraat 13 (1894) door H.H. Kramer uit Leeuwarden, Iesselstate (Welle 29) uit 1895 voor D. ten Zijthoff en Lindenstraat 18 (1898) door J.D. Gantvoort voor J.L. Nering Bögel. Voorbeelden van andere neorenaissance-huizen zijn: Noorderplein 10-11 (1882), Grote Kerkhof 24 (1886), Brink 73 (1894) door W. te Riele, Nieuwe Markt 34 (1892) en Brink 49 (1898), beide door J.D. Gantvoort.